In januari zijn we met z’n zessen naar Burkina Faso geweest. Het laatste officiële ZWO bezoek was al weer vier jaar geleden.
Niet dat er in die tussentijd geen mensen uit Geldrop in Burkina zijn geweest, maar een officieel bezoek wordt slechts eens in de drie à vier jaar afgelegd.
Zo’n bezoek moet natuurlijk terdege voorbereid worden en de leiding van de delegatie bij voorkeur in handen van iemand die het land kent van eerdere bezoeken. Welnu, in Simon van der Maal hadden we een uitstekende delegatieleider. Voor hem was dit al de zesde keer dat hij het land bezocht. Nog een oudgediende was Ans Freriks. Zij bezocht Burkina nu ook al weer voor de derde keer. Een belangrijke reden voor Ans om mee te gaan was bovendien gelegen in het feit dat er ook twee jonge meisjes meegingen. Die wilden we niet blootstellen aan mannen van 55+. De meisjes, Désirée Bekx (uit Lierop) en Veerle Goossens (uit Bakel) zijn allebei leerling van het Jan van Brabant College in Helmond. In 2007 hadden ze een actiedag op hun school georganiseerd en de opbrengst van die dag (€ 7200,-) bestemden ze voor onderwijsprojecten in Burkina Faso. De groep van zes werd gecompleteerd door Arend Bolt, voorzitter van de Stichting ‘Samenwerking Geldrop Burkina Faso’ en Piet Bakker, voorzitter ZWO. Allebei voor het eerst in Burkina geweest. Een verslag van de reis.
Donderdag 10 januari
Maar , in Tripoli begon het grote wachten. De reden van de vertraging is ons nooit helemaal duidelijk geworden, maar uiteindelijk kwamen we de volgende morgen om een uur of vijf aan in Ouagadougou in plaats van op de geplande tijd van twintig vóór negen de vorige avond.
Vrijdag 11 januari
We hebben tot een uur of elf geslapen en daarna een ’tour de ville’ in Ouaga gemaakt. Aan het eind van de middag gingen de drie dames even een rondje om het huis maken. Maar toen ze na zessen nog niet terug waren werden we toch wel ongerust. Om half zeven is het namelijk donker en begint alles op elkaar te lijken. We zijn dus maar in groepjes gaan zoeken, Gelukkig vond één van de wachten die op het huis passen, het drietal ergens in de buurt rondzwerven zonder dat zij wisten waar ze waren. Pak van ons hart.
’s Avonds bij Pierre, de broer van de chef van Zimtanga, kip gegeten waarna we hopeloos verdwaalden met één van beide auto’s. Ik verloor Paul, onze Burkinese chauffeur die voor ons uitreed uit het oog nadat hij door ‘groen’ gereden was, en ik besloot te stoppen. ’s Middags had ik mij net zo kleurenblind opgesteld als Paul, maar ’s avonds leek het mij toch maar beter even te wachten tot het echt groen werd. Ons plan om vroeg naar bed te gaan viel dus in duigen.
Zaterdag 12 janauari
Na een, al weer te korte, nacht gingen we de volgende morgen, opgewekt op weg naar Zimtanga. Zimtanga is het dorp waar Geldrop al sinds 1974 contacten mee heeft. Gelukkig reed nu Salief, een Burkinese chauffeur in de tweede auto. Bij het eerste het beste stoplicht werden we aangehouden voor het rijden door ‘groen’. We kwamen er met een beperkte bekeuring van af. Waarschijnlijk hadden we met mij aan het stuur een veelvoud moeten betalen. Op weg naar Zimtanga nog een paar keer aangehouden. De 4wd die ons door het ministerie van Sociale Zaken gratis ter beschikking was gesteld, had een opvallend rood regeringskenteken. Volgens een nieuwe regel (bij Paul nog niet bekend), mag je met rood gekentekende auto’s in het weekend slechts rijden met een door de minister getekende brief. De brief die Paul bij zich had was getekend door zijn vroegere baas. Na veel heen en weer bellen, mochten we eindelijk doorrijden. Na een paar warme, maar vooral (rood)stoffige uren kwamen we in de buurt van Zimtanga.
Een paar kilometer vóór Zimtanga werden we opgewacht door jongelui. Nee, geen hangjongeren maar een heus ontvangstcomité op brommers. Toen ze ons in de gaten kregen werden saluutschoten afgevuurd als welkom en ook om de bevolking te waarschuwen dat we in aantocht waren.Als je nog nooit een ontvangst in een Burkinees dorp hebt meegemaakt, kun je waarschijnlijk niet begrijpen dat wij tranen in de ogen hadden bij het zien van zo veel uitbundige hartelijkheid. Het hele dorp en ook de bewoners van omliggende dorpen waren uitgelopen om ons te begroeten. Gloedvolle toespraken van hoogwaardigheidsbekleders, zoals de burgemeester, de hoofdonderwijzer en natuurlijk de chef waren ons deel. Ik heb daar mijn maidenspeech in het Frans gehouden en namens de Geldropse bevolking de beste wensen overgebracht, en de mensen uitbundig bedankt voor hun hartelijke ontvangst. Schoolkinderen zongen een aubade en de beste dansers uit de omgeving voerden hun acrobatische dansen voor ons op.
Daarna eindelijk rust in ons onderkomen voor de komende dagen, het huis van ZWO. Het is bepaald geen villa, maar toch wel een van de betere huizen van Zimtanga. Dit huis wordt gelukkig niet alleen maar voor onze bezoeken gebruikt, maar ook voor bijeenkomsten van de plaatselijke bevolking, zoals die van vrouwengroepen opgericht en vaak geleid door Elizabeth, de vrouw van de chef. ’s Avonds uitgenodigd voor de maaltijd bij de chef, alwaar we kennis maakten met de pastoor. We werden uiteraard uitgenodigd voor de mis van de volgende morgen.
Zondag 13 januari
Lekker geslapen op onze matrassen op de grond, ontbijt, en op naar de mis. Die begon om 10.00 uur. Op advies van de chef zijn we pas om een uur of elf naar de kerk gegaan. De chef zelf kwam overigens nog iets later binnen. De preek (in Moré) was lang en uiteraard voor ons niet te volgen. De pastoor had de vorige avond aangekondigd dat hij ons in het Engels zou verwelkomen. Dat deed hij dan ook in perfect Engels, waarbij hij de preek nog eens dunnetjes overdeed. De kerk is aan beide kanten open zodat de wind voor aangename verkoeling kan zorgen. Dat gaf ook de mogelijkheid om tijdens de dienst naar buiten te glippen. Daar werd dan ook ruimschoots gebruik van gemaakt door de plaatselijke bevolking. Wij konden dat, zeker nadat we te laat waren gekomen, niet maken, zodat we een ‘blikken’ kont overhielden aan de lange zit op betonnen bankjes. De vooruitgang in Zimtanga werd tijdens het gebed krachtig onderstreept door de ringtone van het mobieltje van de chef.
Na afloop van de mis stond een bezoek aan het ziekenhuisje gepland. Zelfs in het ziekenhuis ligt het alomtegenwoordige (rode) zand. Er waren die dag twee patiënten, een moeder die net was bevallen en een man met malaria. We hebben een bedrag van € 200,- overhandigd aan de plaatselijke arts namens twee goede gevers voor patiënten, die zelf geen medicijnen kunnen betalen.
Maandag 14 januari
Ontbijt in Zimtanga. Er werd geklaagd over het gebalk van een ezel die vlakbij onze slaapplaats aan een boom was vastgebonden. Ik vond dat nogal overdreven, ook al omdat de ezel werd overstemd door een aantal hanen die beslist meer dan drie keer gekraaid hebben die nacht. Na het ontbijt staken we het meer over in de piroques om aan de overkant de tuinen van de vrouwen van Tangiéma en Badinogo te bewonderen. Iets kleiner dan die van Zimtanga, maar ook goed onderhouden. Verder naar de school in Yargo. Dit had de chef buiten ons om geregeld. ZWO heeft geen contacten met deze school. We werden natuurlijk warm onthaald. We konden niet vertrekken voordat we gegeten hadden. We kregen levende have in de vorm van een geit en een paar kippen cadeau, plus nog een mud pindas. Opvallend is dat het aantal meisjes dat naar school gaat de laatste jaren aardig is bijgetrokken. Er zaten op deze school zelfs meer meisjes dan jongens.
’s Avonds hebben onze twee meiden van het Jan van Brabant de plaatselijke jeugd vermaakt met dansen en Brabantse liedjes. Dat alles bij het licht van een zaklantaarn. De non-verbale communicatie verliep soepel, en naarmate de avond vorderde sloten meer en meer volwassenen zich bij de zingende en dansende jeugd aan.
De meiden besloten vervolgens om op de cour van het huis te gaan slapen. Dit tot groot onbegrip van alle Burkinbè. Het zou immers ’s nachts wel afkoelen tot 15 °C.
Dinsdag 15 januari
Wie staat er ’s morgens op de stoep? De directeur en een onderwijzer van de school in Yargo met een projectaanvraag: ‘Verlichting voor twee lokalen van de school’, opdat de kinderen ’s avonds hun huiswerk kunnen maken. Waarschijnlijk was dit bezoek ook weer door de chef geregeld.
Elizabeth, de vrouw van de chef, begeleidt ons deze dag naar de school van Singa, een dorp op zo’n 45 km rijden door de bush vanaf Zimtanga.
De meiden van het Jan van Brabant College hadden een deel van het geld besteed aan drie latrines voor deze school. Ook hier was een evenwichtige verdeling tussen het aantal meisjes en jongens. Hierna bezoeken we de banque céréales die destijds met geld van ZWO/WG/NCDO is gebouwd. We konden met eigen ogen zien dat er erg weinig graan aanwezig was. Dit komt door de te korte regenperiode van vorig jaar. De regen die er wel gevallen is kwam ook nog eens met zoveel geweld naar beneden dat een gedeelte van het pas ingezaaide graan is weggespoeld. Resultaat: slechts 20% van de normale oogstopbrengst en over een aantal weken voedselgebrek!.
Je schaamt je als je vervolgens een maaltijd krijgt aangeboden, maar weigeren zou als zeer onbeleefd ervaren worden. Ook de paar aangeboden (levende) kippen kun je niet weigeren.
De wensen van Singa zijn: latrines (inmiddels geregeld), een Poste de Santé (PSP) en schoon drinkwater. Voor de PSP ontbreekt het ZWO momenteel aan voldoende middelen, maar drinkwater kan via het touwpomp project geregeld worden. Hopelijk nog dit jaar. Op de terugweg zijn we langs de bomen gereden die destijds met hulp van Strabrechtjeugd zijn aangeplant. Ongeveer drie kwart is nog in leven en zal in het komende groeiseizoen opnieuw uitlopen.
’s Avonds uitgebreid met Elizabeth gepraat over het dreigende voedselgebrek. Inmiddels is een deurcollecte gehouden in het Kruispunt en geld overgemaakt. De welbekende druppel .. Désirée en Veerle hebben aan Elizabeth een cheque van € 625 overhandigd voor het schoolfonds, waarmee het voor een aantal ouders mogelijk gemaakt wordt hun kinderen naar school te sturen.
Woensdag 16 januari
Vanmorgen hebben we twee scholen in Zimtanga bezocht. De openbare en een pas opgerichte islamitische school. De openbare school zag er verzorgd uit in tegenstelling tot de islamitische. Hier bivakkeerden de kinderen in een noodlokaal van rieten matten. In totaal waren er ongeveer 15 leerlingen van alle leeftijden. Waar de meeste van hen niet eens Frans spraken werden ze lastiggevallen met Koranteksten in het Arabisch. Ook in Burkina is vrijheid van onderwijs, maar voor zover de overheid haar financiële verplichtingen nakomt doet ze dat alleen bij het openbaar onderwijs. De vraag rijst of islamitisch onderwijs in een land als Burkina wel tot de prioriteiten gerekend mag worden. ZWO heeft in elk geval besloten niet op een verzoek tot financiële ondersteuning in te gaan. Aansluitend hebben we een bezoekje aan de protestantse kerk gebracht. Een verzoek om veertig banken hebben we gedropt bij Daouda, een timmerman die zijn opleiding met hulp van mensen uit Geldrop heeft afgemaakt en door Gered Gereedschap van het nodige gereedschap is voorzien. Hij zal een offerte maken en wij zullen, afhankelijk van die offerte, een financiële ondersteuning leveren. ’s Middags op weg naar Komsilga. Komsilga is het dorp waarvoor door ‘Samen Verder’ wordt gecollecteerd voor een Poste de Santé Primaire (PSP). Kortweg gezegd: een soort Eerste Hulp Post. We hebben ook de Banque Céréales bekeken en de graanmolen. Beiden destijds met hulp van ZWO gerealiseerd. Natuurlijk hebben we op deze Zimtanga-dag de tuinen van de vrouwen bezocht. Inmiddels uitgegroeid tot 15 ha, waarop zo’n 300 vrouwen werken. De tuinen zien er goed verzorgd uit en de vrouwen zijn erg zelfbewust. Hier in Zimtanga en omstreken is goed te zien dat onze jarenlange contacten niet voor niets zijn geweest. Destijds zijn ze met één motorpomp van ZWO van start gegaan en nu staat er een tweede door hen zelf bekostigd. Ook het betonnen irrigatiekanaal hebben ze met eigen middelen aangelegd. Aan het eind van de middag nog langs de pottenbakkers en smeden geweest, die destijds een ezelkar hebben gekregen. Nu vragen ze om een tweede.
Donderdag 17 januari
Terugreis naar Ouagadougou. Eerst nog even langs de Haute Commissaire in Kongoussi. Je weet nooit waar het goed voor is. Meneer was op reis en we werden daarom ontvangen door zijn eerste secretaris. Na enige verplichte beleefdheden te hebben uitgewisseld deed hij ons uitgeleide en wenste ons een goede gezondheid en een veilige terugreis naar Duitsland! In Kongoussi hebben we ook nog het gehandicaptencentrum bezocht. Meteen een projectaanvraag meegekregen voor het opstarten van een bedrijfje om koeien te fokken. Onderweg hebben we nog een bezoekje gebracht aan het museum in Manéga. In dit museum zijn voorwerpen van de 2e tot de 11e eeuw samengebracht die werden gebruikt door de Mossé in de Nigervalei. Wie verder geïnteresseerd is kan via google ‘Manéga’ meer te weten komen.
Vrijdag 18 januari
Vandaag op pad gegaan naar Fada N’gourma in het Oosten van Burkina. Onderweg hebben we de school in Bouloumtenga/Dapelgo bezocht waar met het geld van het JvB College twee huizen voor leerkrachten zullen worden gebouwd. De aanvraag is inmiddels goedgekeurd door WG en NCDO zodat met de bouw begonnen kan worden. De school is in oktober 2004 van start gegaan met 68 leerlingen. Nu zijn er 170 leerlingen en vijf leerkrachten. Deze leerkrachten met hun families zijn nu nog ondergebracht in drie huizen. Twee extra huizen zijn dus geen overbodige luxe.
Met geld van het Jan van Brabant worden nog twee huizen gebouwd. Nu is het wel erg krap voor twee gezinnen. De ouderraad en de leerkrachten hebben overigens nog een aantal vervolgwensen aan ons kenbaar gemaakt. Wellicht goed voor een vervolgactie van JvB?
In de namiddag doorgereden naar Fada, en na een autorit van een dikke 200 km. aangekomen in een onderkomen van Katholieke Missiezusters. Alwaar we de nacht hebben doorgebracht.
Zaterdag 19 januari
Een aantal werkloze jongeren is in Fada een geitenfokkerij begonnen. Inmiddels houden ze ook kippen en hebben ze een kleine groentetuin. Dit project is destijds via ZWO gerealiseerd. Er waren berichten dat tijdens de afgelopen regenperiode de helft van de geiten en alle kippen verdronken waren. Dit bleek inderdaad zo te zijn. Door de vele heftige regenbuien heeft in de onderkomens van de dieren meer dan een halve meter water gestaan. De jongelui zijn niet bij de pakken neer gaan zitten en hebben alles weer opgebouwd en zijn met de resterende 50 geiten verder bezig met hun fokprogramma. Van het particuliere fonds uit Utrecht is nog geld beschikbaar zodat de vraag naar een waterpomp om hun groentetuin te bevloeien waarschijnlijk gehonoreerd kan worden.
Onderweg terug naar Ouaga zien we een staaltje vervoer van levende kippen dat we maar niet aan Marianne Thieme zullen doorvertellen.
Zondag 20 januari
Toeristische rustdag. Uiteindelijk bleek dit de meest vermoeiende dag van de hele reis te zijn. We zijn ’s morgens vroeg naar Pô vertrokken om daar in de buurt in het natuurpark Nazenga olifanten te gaan bekijken. Eerst een dikke 150 km over slecht asfalt tussen stinkende vrachtauto’s en daarna nog eens 60 km over zeer slechte onverharde paden en ’s avonds hetzelfde in omgekeerde richting. Maar het was de moeite waard.
Maandag 21 januari
Vandaag bezoeken we Kokologo op zo’n 50 km ten Westen van Ouaga. Dit is het dorp waar we in oktober/november vijf touwpompen willen plaatsen. Hier hebben we kort geleden een alfabetiseringscentrum bekostigd en tevens een graanmolen en tuinen voor de vrouwen. Uiteraard hebben we die bezocht. We werden rondgeleid door de heer SAWADOGO Bila Abdoulaye, een zeer voortvarend man. Met eigen ogen konden we zien dat een 20-tal vrouwen in staat was eenvoudige rekensommen te maken en te lezen en schrijven. De graanmolen was continu in bedrijf en werd volledig gerund door vrouwen.
De heer Sawadogo, door ons kortweg Bila genoemd, bij vorige bezoeken kreeg hij de bijnaam ‘man van vijf miljoen’, kwam met een aantal projectaanvragen, o.a. ter bestrijding van het komende voedseltekort. Hiervoor heeft ZWO inmiddels geld overgemaakt. De meer structurele aanvragen worden momenteel bestudeerd door onze projectgroep. ’s Middags Koudougou bezocht. Hier vangt Mélanie kansarme vrouwen en meisjes op en geeft ze een naaiopleiding. Melanie is de vroedvrouw die in 2005 Geldrop heeft bezocht. Ze heeft jaarlijks behoefte aan vijftien naaimachines van Gered Gereedschap.
In Geldrop hadden we een brief gestuurd aan o.a. alle medische instellingen en personen met het verzoek om een donatie voor medicijnen die Mélanie gebruikt bij zwangere vrouwen die malaria hebben. Ter plaatse hebben we de opbrengst, € 600,- aan Mélanie overhandigd. ’s Avonds hebben de beide meisjes een cheque van € 625,- overhandigd aan mevrouw Barry Delphine voor een schoolfonds voor de omgeving Sokouraba. Door het JvB College was € 1000, beschikbaar gesteld en door de Wereldwinkel nog eens € 250,- . De helft van dat bedrag was al op 15 januari overhandigd in Zimtanga.
Dinsdag 22 januari
Voor Ans, Veerle en Arend zit het er nu bijna op. Vanavond gaan zij terug naar Nederland. Maar eerst zijn we nog met zijn allen naar het ASECD geweest, het opvangtehuis voor wees en straatkinderen in Ouagadougou waarvoor ZWO/WG/NCDO een groot gedeelte van de uitbreiding van de gebouwen heeft betaald. Hier worden 310 straatkinderen opgevangen. Ze krijgen een warme maaltijd en vanaf zes jaar scholing.
Ook wordt er in het gebouw medische voorlichting gegeven aan buurtbewoners, o.a. over de HIV/Aids preventie. Burkina is een land waar voor Afrikaanse begrippen weinig Aids voorkomt. Overal zie je anti-Aids reclame, zeker ook op scholen. Ook wordt er opgeroepen tot solidariteit met HIV-geïnfecteerden. Veerle en Désirée konden hier hun hart ophalen met het uitdelen van knuffels. Ook werd € 167,- overhandigd namens een gulle Geldropse gever.
In de middag hebben we het project van de huishoudmeisjes bezocht. De opleiding is door ZWO één jaar gefinancierd, daarna voor 5 jaar door ‘Kerk in Aktie’ en vervolgens nog door een stichting ‘Gebroeders van den Bosch’ uit Boxtel. Die hebben e.e.a. ook vijf jaar lang gefinancierd en stoppen daar nu mee. De toekomstige financiering is een probleem dat we nog niet opgelost hebben. Om 23.00 uur Ans, Veerle en Arend naar het vliegveld gebracht voor de terugreis naar Nederland.
Woensdag 23 januari
Wij, Désireé, Julienne, Simon en Piet maken ons op voor een lange rit naar Bobo-Diolasso. We rijden nu alleen nog met de 4wd, en Paul is onze chauffeur. Na 360 km komen we aan in Bobo. Maar alle hotels zijn volgeboekt. Er is daar een landbouwconferentie aan de gang waar ook de president bij aanwezig is. Dan maar direct 70 km doorrijden naar Orodara, daar moeten we de volgende morgen toch zijn.
Donderdag 24 januari
In Orodara bezoeken we het Maison de l’enfance André Dupont. Dit instituut neemt jeugd uit heel Burkina op die op de één of andere manier in de problemen is gekomen. Soms zijn ze ook in aanraking gekomen met justitie. Het instituut bestaat dit jaar 52 jaar. We worden ontvangen door mevrouw BARRO Félicité, ‘directrice des Etudes et des Programmes’, verantwoordelijk voor het onderwijstechnische deel. Mevrouw BARRO is een kordate tante. Ze vertelt dat er inmiddels 450 leerlingen op het instituut zitten, waarvan 120 intern. Er zijn ook een paar meisjes, maar boven de 15 jaar alleen nog jongens die een praktijkopleiding krijgen als houtbewerker, metselaar, metaalbewerker en recent ook als automonteur. Tijdens de opleiding wordt gebruik gemaakt van gereedschappen die door ‘Gered Gereedschap Geldrop’ zijn opgeknapt en regelmatig door ZWO worden getransporteerd naar Burkina. Als de opleiding is voltooid krijgen schoolverlaters een set gereedschap mee.
Hiermee kunnen ze bij een baas aan de slag of voor zichzelf een bedrijfje beginnen. Mevrouw BARRO benadrukte dat het gereedschap uit Geldrop een absolute must is voor het goed functioneren van het instituut. Gereedschap kopen in Burkina is geen alternatief want het is te duur en veelal van inferieure kwaliteit. Dit gegeven zullen we meenemen in onze discussie over het al dan niet continueren van goederentransporten naar Burkina. Na afloop hebben we twee schoolverlaters bezocht en hun bedrijfje bewonderd. Deze twee behoorden duidelijk bij de ca. 50% die er in slaagt met hun bedrijfje het hoofd boven water te houden. Een duidelijke stimulans voor alle mensen die bij ‘Gered Gereedschap’ werken. In de namiddag zijn we via een zandpad door de bush naar het dorp Sokouraba gereden. Daar aangekomen bleek dat men ons een dag eerder had verwacht. Een klein misverstand! Ondanks dat werden we ontvangen door de chef, en daarna verwezen naar het huis van Delphine, zijn dochter. Delphine is degene die zich bemoeit met het schoolfonds voor Sokouraba (zie 21januari) Ze heeft nog steeds een huisje in het dorp.
Vrijdag 25 januari
In het huisje van Delphine hadden we ’s nachts gezelschap van een leger muizen dat om onze matrassen krioelde. Wassen en douchen gebeurde hier allemaal iets primitiever dan in Zimtanga. Door water uit een emmer te scheppen en over je lijf te gooien werd je uiteindelijk ook wel (een beetje) schoon. Na het ontbijt hebben we het schooltje en het ziekenhuisje bezocht waar met financiële hulp van ZWO/WG/NCDO verlichting was aangelegd. Het geheel werkt met zonnecellen en batterijen. Het was keurig aangelegd. Maar een aantal armaturen werkte niet goed. Omdat het installatiebedrijf helemaal in Ouaga zit waren ze er nog niet toe gekomen om te reclameren. Wij hebben dit teruggekoppeld naar Delphine, die beloofd heeft er werk van te zullen maken.
In de aan het ziekenhuis verbonden apotheek hebben we medicijnen achtergelaten en een gift van € 150,- overhandigt namens een gulle gever. Het apotheekje had geen overvloedige voorraad maar ook geen schrijnende tekorten. Medicijnen, altijd op doktersvoorschrift, moeten betaald worden. Geen geld, dan ook geen medicijnen. Op onze vraag wat er dan gebeurde met mensen die hun medicijnen direct nodig hadden want anders binnen een paar dagen zouden sterven, was het antwoord: helaas,eerst betalen! Daarom is de gift van € 150 alleen voor hen die niet kunnen betalen. Sokouraba is ook het dorp waar met ZWO/WG/NCDO-geld 25 latrines zullen worden gebouwd. Bijna alle gaten waren gegraven waarna men met de betonnen afdekking gaat beginnen. Duidelijk is wel dat Sokouraba nog een lange weg te gaan heeft. In plaats van de zelfbewustheid die we in Zimtanga aantroffen was hier eerder sprake van berusting. Dit is misschien ook mede te verklaren door het feit dat de chef oud is en een nogal uitgebluste indruk maakt. In één ding zijn ze wel heel erg goed, in dansen en muziek maken. Omdat we de vorige dag niet ontvangen waren zoals zij vinden dat het hoort werden we de rest van de middag en de avond verrast met een bruisend muziekspektakel. Ook wij moesten er aan geloven op de dansvloer. Nou ja, vloer, meer zandbak, waar regelmatig water over gesproeid werd om de ergste stof te voorkomen. Vooral de ballafonist was van grote klasse.
Zaterdag 26 januari
Na opnieuw een nacht waarin we de slaapruimte moesten delen met vele muizen, zijn we de volgende morgen vertrokken richting Ouagadouga. Een lange dag van 500 km. Onderweg kwamen we een overstekende koe tegen. Nu is dat niks bijzonders, maar deze keer wist Paul hem niet te ontwijken. Onze buitenspiegel was aan barrels, en de koe heeft er waarschijnlijk een forse hoofdpijn aan over gehouden. Hij schudde een paar keer met zijn kop en vervolgde onverstoorbaar zijn weg.
Zondag 27 januari
Rustdag in Ouagadougou. Désirée is naar vrienden van haar ouders die hier in Ouaga wonen. En Simon en ik kunnen lekker uitslapen. Niet dus, want om een uur of tien stond meneer Bila voor de deur om te pleiten voor zijn dorp, Kokologo. Bila is ook de man die samen met Julienne en Renso (een in Burkina wonende Nederlander) probeert FBS in Ouaga te structureren. FBS, dat is de ‘Fondation Bouman pour le Sahel’, het vroegere kantoor van ZWO in Ouaga. Tevens moet hij de pilot van vijf touwpompen in Kokologo (en wellicht ook in Zimtanga) gaan begeleiden aan Burkinese zijde. Stof genoeg om te bespreken dus. In de loop van de middag dienden zich bovendien nog verschillende personen aan die er allemaal lucht van hadden gekregen dat we weer in Ouaga terug waren en de gelegenheid te baat namen om nog een keer voor hun zaak te pleiten. ’s Avonds gegeten met Onno Mange, een Eindhovense docent van het Fontys college die namens Fontys contacten heeft met de enige HTS in Burkina. Omdat hij veel ervaring heeft met het uitvoeren van driewielerprojecten voor gehandicapten in Burkina, hebben we besloten om onze toekomstige aanvragen voor driewielers via hem te laten uitvoeren.
Maandag 28 januari
Even langs de chef van Paul om hem te bedanken voor het lenen van de 4wd. De chef had oprecht belangstelling voor ons werk. Ondanks het feit dat hij moslim is wist hij toch de whisky die wij hem aanboden zeer te waarderen. Dit hadden we natuurlijk eerst met Paul afgestemd. Daarna naar het atelier van de gehandicapten, waar onze en ook de driewielers van Onno Mange worden gemaakt. Hier zijn inmiddels zo’n 150 driewielers voor ons gemaakt. Je ziet ze ook in Ouaga rijden met grote letters ‘Don de ZWO Geldrop’ er op geschilderd. Het is een enthousiaste club, die nu ook bezig was een scooter om te bouwen tot gemotoriseerde driewieler.
Verder naar Gampela, waar een instituut staat dat vergelijkbaar is met dat in Orodara (zie 24 januari). Alleen kleiner. Meneer SANOU, Martin vertelt dat er 96 leerlingen een basisschool opleiding volgen en 68 deelnemen aan de beroepsopleiding. Ook hier werd benadrukt dat het Gered Gereedschap uit Geldrop voor hun functioneren van levensbelang is. Ze doen hier aan tuinieren en varkens, kippen, koeien en schapen fokken, naaien, metaalbewerken, houtbewerken en metselen. Ook hier krijgen schoolverlaters een set gereedschap mee. Zowel hier als in Orodara en ook bij de gehandicapten heeft men vooral behoefte aan lastrafo’s. We zullen dit met Gered Gereedschap bespreken. ’s Avonds komen Delphine en haar man Idrissa afscheid nemen. Delphine laat vallen dat ze wel belangstelling heeft voor een vrachtwagen. Dit zou een mooie gelegenheid zijn om weer een zending naar Burkina te verschepen.
Dinsdag 29 januari
O schrik, de dames van Hoof en van Gisbergen hebben ons verzocht uit te kijken naar grote batiks voor de versiering van het Kruispunt. Dat moeten we dus op onze laatste dag hier nog even zien te regelen. Maar eerst moeten we nog een bezoekje afleggen bij ‘Home Kisito’, een tehuis waar weeskinderen tot 2 jaar opgevangen worden. Dit geheel door vrijwilligers gerunde tehuis ziet er prima verzorgd uit. Désirée kan hier haar laatste knuffels kwijt en de door Geldropse dames gebreide kinderkleertjes overhandigen.
Rest ons nog de koffers te pakken en op tijd naar het vliegveld af te reizen.
Woensdag 30 januari
Het vliegtuig landt op tijd in Brussel en na een regenachtige autorit komen we in Geldrop aan. Désirée zegt tegen haar moeder die ons op stond te wachten: ‘Ik ben blij dat ik je weer zie, maar ik zou nu al wel weer terug willen’.