Burkina Faso

Geschiedenis

Voor dit gedeelte is uitvoerig geput uit ‘Histoire De La Haute-Volta: L’Afrique, Le Monde’, 3e editie van 1962, van Marcel Guilhem, Sylvain Toé en Jean Hébert. Uitgeverij Ligel, Parijs.

Hoewel begonnen kan worden in de prehistorie zullen we dat maar overslaan. Alhoewel, juist in West-Afrika worden erg veel objecten gevonden die op een vroege bewoning wijzen.

Sedert het begin van onze jaartelling is er sprake van een voortdurend wisselende bevolking: Zwarten uit de Sudan worden opgejaagd door nomadische volken als de Peuhl, de Touaregs en Arabieren. Er zijn rotstekeningen gevonden van strijd tussen blanken en zwarten uit die periode. Langzamerhand echter hebben deze volken zich vermengd en is er een grote verscheidenheid ontstaan.

De Peuhl

Waar de Peuhl vandaan komen is onduidelijk. Er wordt gesproken over Egyptische, Ethiopische, Iraanse of joodse afkomst. Zij hebben enkele ware Staten gevormd, waarbij de Zwarten hun vazallen waren. Nu zijn ze over heel Westelijk Afrika verspreid en houden zich voornamelijk bezig met de veeteelt.

De Touaregs

De Touaregs kunnen in twee afzonderlijke groepen worden verdeeld: de Sahara- en de Nigerianen. Zij spreken echter één taal, het tamacheq.

De Arabieren

Deze zijn deels naar Afrika verjaagd na hun aanval op Europa – Karel Martel in 732 bij Poitiers en deels door de sultans van Ka?ro verjaagd naar het Zuiden.

Overigens schijnt de tocht door de Sahara niet zo uitzonderlijk te zijn geweest als we nu denken, getuige de vele tekeningen die gevonden zijn. Bijvoorbeeld kan met zekerheid gesteld worden dat de Carthageners tot in het Zuiden van Marokko zijn geweest, zelfs voor onze jaartelling.

Ghana en Mali

Het Ghanese Rijk, het eerst bekende grote keizerrijk van de Zwarten, strekte zich uit van midden Sénégal tot aan Timbouctou in het Westen, van de Sahara woestijn in het Noorden tot het huidige Bamako in het Zuiden en tot aan waar nu de grens met Niger is. Daaronder vielen ook de Mossi. Het was een rijk gebied: goed bevloeide landbouwgronden zorgden voor een overvloed aan voedsel, goudmijnen zorgden voor ruilmiddelen, zeg geld. Onder de keizer stonden enkele koningen, die gezamenlijk het rijk in grote eenheid bestuurden.

Rond 1200 viel het rijk uiteen, mede door invasies van de Berbers.

Na het uiteenvallen van het keizerrijk Ghana kwam het keizerrijk Mali op, dat ook weer voor een belangrijk deel de Mossi omvatte. Ook dit rijk viel uiteen onder invloed van invasies. Hieruit ontstond het koninkrijk van de Mossi.

Mossi

Het land van de Mossi was tot ca. 1200 voortdurend bezet geweest door vreemde overheersers, de Nioniossé, de Dogon en de Gourounsi, onder andere. Tegen het jaar 1100, baarde de Amazone Yennega, dochter van de koning van Dagomba, een onderdeel van het keizerrijk Mali, een zoon, genaamd Ouédraogo. Deze naam betekent “Hengst”. De oorsprong daarvan ligt in het huwelijk van Yennega met een jager, Rialé nadat zij uit huis was gegaan of gejaagd, dat is niet bekend.

De nakomelingen van deze Ouédraogo stichtten vier koninkrijken: dat van Tenkodogo, het oudste koninkrijk, vervolgens Zandoma (nu Yatenga), Oubritenga (het huidige Ouagadougou) en Fada N’Gourma. Ondanks de familieverwantschap voerden ze onderling strijd om de dominantie van het gehele rijk. Uiteindelijk werd het koninkrijk van Ouagadougou het belangrijkste. Daar regeerde de Mogho Naba, uitgesproken als “MORO NABA”, de keizer van de Mossi.

Hoewel het gebied van de 4 koninkrijken niet groot was in verhouding tot de eerdere rijken van Ghana en Mali, bleek het wel een van de sterkste en stabielste te zijn. Uiteindelijk heeft het 6 eeuwen stand gehouden en bleef de macht in handen van de dynastie der Ouédraogo’s.

Oorzaken daarvan zijn onder andere de betrekkelijk grote bevolkingsdichtheid, het feit, dat er weinig etnische diversiteit bestond, in tegenstelling tot de andere rijken, en — belangrijk — dat er een eenheid van godsdienst was: de voorouderverering, het animisme.

Onder de Mogho Naba van Ouagadougou werd steeds meer grondgebied toegevoegd aan dat keizerrijk. In deelgebieden werden afzonderlijke Naba’s, chefs, benoemd die zeggenschap hadden over een provincie en daaronder weer chefs over enkele tientallen dorpen (waar ook weer chefs werden benoemd, van mindere rang). De ‘grote’ Naba’s kozen de Mogho Naba, de keizer, meestal, maar niet noodzakelijkerwijs, uit de nakomelingen van de overleden (of verjaagde) Mogho Naba.

Hoewel er over ieder van de 4 delen van het keizerrijk veel te vertellen zou zijn, wil ik daarvan hier afzien. Het voert te ver.

In 1897 moest de toenmalige Mogho Naba, Wobgo, vluchten naar Ghana omdat hij de Fransen niet wenste te verwelkomen en werd hij, door de ‘kiesgerechtigden’ afgezet. In zijn plaats werd Mogho Naba Sigri benoemd, die in dat jaar een overeenkomst tekende met de Fransen voor een ‘protectoraat’.

In de 18e eeuw kwam de Islam naar de Mossi, eind 19e eeuw het Katholicisme en pas begin 20e eeuw het Protestantisme.