De Fransen in Burkina
In april 1896 kwam een Franse officier, de kapitein Destenave, aan in Bandiagara, waar hij een protectoraats-overeenkomst sloot met de daar heersende chef. Vervolgens trok hij op naar Ouagadougou, waar de Mogho Naba hem weigerde te ontvangen. Deze laatste kon de Fransen niet verslaan en moest vluchten, waarop zijn opvolger een overeenkomst met de Fransen sloot. Vervolgens werden de andere koninkrijken onder de voet gelopen.
In 1885 had het fameuze Congres van Berlijn afspraken gemaakt onder de koloniserende mogendheden van Europa en waren de zones voor hun invloed bepaald. Daarbij waren zeer arbitraire grenzen vastgesteld, geen rekening houdend met de etnische samenstelling van de bevolking, noch met traditioneel gegroeide grenzen tussen de verschillende Afrikaanse rijken. Het Franse deel werd ‘Afrique Occidentale Française’ genoemd en besloeg Sénégal en Soedan (1891), Guinée en Cote d’Ivoire (1893), Dahomey (1895). In 1920 werd Mauretanië toegevoegd en in 1920 werd Opper-Volta (het huidige Burkina Faso) als kolonie ingelijfd. Van dit geheel was Dakar de hoofdstad. De Fransen waren evenwel al sinds ca. 1900 heer en meester in dat gebied.
In Opper-Volta waren nogal wat opstanden tegen de Fransen, zoals in 1915-1916, ter gelegenheid van de inlijving van soldaten.
In tegenstelling tot de Engelsen, die het bestuur van hun koloniën overlieten aan de lokale heersers, onder supervisie van een gouverneur, onderkoning of welke betiteling dan ook, namen de Fransen het gehele bestuur in handen. Zij benoemden uit hun midden de administrateurs, de commandanten, chefs van alle bestuurlijke delen, maar wel met het consigne om rekening te houden met de traditionele chefferie.
De koloniale macht legde een economisch systeem op, waarvan niet alles slecht was, maar toch: de tarieven voor import en export werden willekeurig vastgesteld, zonder rekening te houden met de waarde en de arbeidsintensiviteit. Bovendien was er een systeem van gedwongen arbeid. Daarnaast werden de behoeften van Europa op de voorgrond gesteld, resulterend in een landbouwstructuur van grote plantages met exportproducten. Er werd geen rekening gehouden met de voedselbehoeften van de bevolking. En tenslotte, er werden alleen plantages in monocultuur aangelegd. Dus alleen bananen, alleen koffie etc. Mede hierdoor werd de onderlinge afhankelijkheid van de koloniën sterk beïnvloed.
Wat betreft het onderwijs hebben de Fransen scholen gesticht, later gevolgd door de Rooms Katholieke en Protestantse missies. In het gehele koloniale gebied werden twee universiteiten opgericht, éen in Dakar en éen in Abidjan. De kwaliteit van het onderwijs was gelijk aan dat van Frankrijk. Nu nog is Burkina Faso het enige land dat deze hoge standaard heeft kunnen handhaven. Daarom hebben de gediplomeerden van de scholen daar zonder meer toegang tot hoger onderwijs.
Ook op het gebied van de gezondheidszorg is er iets gedaan. Helaas veel te weinig.
Vanaf 1944 was het streven naar meer autonomie. Zowel vanuit de Franse regering als vanuit de gekoloniseerde volkeren. In 1946 werd de eerste (zwart-)Afrikaanse politieke partij opgericht: de RDA, Rassemblement Démocratique Africaine, met als voorzitter Félix Houhouët-Boigny, de latere president van Ivoorkust.
Inmiddels kwamen er steeds meer mensen, die de gehele onafhankelijkheid van Frankrijk wilden, met opstanden in met name Burkina Faso en Ivoorkust. Dit resulteerde in 1958 in een referendum. Op dat moment opteerde alleen Guinée Bissau voor onmiddellijke onafhankelijkheid. De overige koloniën wilden nog deel uit blijven maken van de Franse Gemeenschap.
Deze gemeenschap heeft niet lang stand gehouden. In 1959 werd een nieuwe grondwet van kracht, die aan ieder van de geassocieerde staten de mogelijkheid bood echt onafhankelijk te worden, daarmee tevens uittredend uit de Franse Gemeenschap. In 1960, op 5 augustus, werd Burkina, onder grote instemming van de bevolking, volledig onafhankelijk van Frankrijk. De eerste president was Maurice Yaméogo.
Op 11 december 1960 werd de Republiek Opper Volta officieel geproclameerd. Deze dag wordt — uiteraard — nog steeds gevierd.